Op waterdieptekaart CoVadem is ondiepte Nijmegen goed te zien
Twee binnenvaartschepen die zich binnen een week vanwege het lager water op de Waal bij Nijmegen vastvaren. Op de waterdieptekaarten van CoVadem zijn de ondieptes echter goed te zien.
Bij CoVadem meten deelnemende schepen constant de waterdiepte. Na verrijking door CoVadem resulteert dit in de vaardieptekaart. In het geval van de Waal bij Nijmegen ging het om ruim 420.000 metingen. De harde laag met ondieptes aan de Waalkade en de Waalhaven zijn hierdoor goed te zien. Vanwege het uitzonderlijk lage water is ook zichtbaar dat de buitenbocht ondieper is dan de binnenbocht. Dat is uitzonderlijk.
Voorkomen kunnen worden
De ondiepte op de CoVadem vaardieptekaart benedenstrooms de Waalhaven, was de plek waar de Harvey woensdag aan de grond liep. Desiré Savelkoul van CoVadem concludeert dan ook dat de schipper van de Harvey met de CoVadem waterdieptekaart aan boord het vastvaren had kunnen voorkomen. ‘Want dan had hij kunnen zien dat hij in dit geval aan de verkeerde wal had moeten varen aangezien daar meer water staat op dit moment.’
Het vastvaren van zijn schip had grote gevolgen voor de schipper van de Harvey. Want behalve de schade aan zijn schip en het opgelopen verlet, kan de schipper ook nog een boete tegemoet zien. Hij lag bij het vastvaren namelijk dieper dan de MGD (minst gepeilde diepte) van dat moment.
Waakzaamheid
Overigens is het niet zo dat een schipper altijd wordt geverbaliseerd als hij zich niet houdt aan de MGD. Dat geldt alleen voor schepen die zich vastvaren, schade veroorzaken en zich niet hebben gehouden aan de MGD die Rijkswaterstaat deelt. Artikel 1.04 van het Rijnvaart Politie Reglement (RPR) gaat hier op in. Daarin staat onder meer dat de schipper een algemene plicht tot waakzaamheid heeft. Dit betekent dat de schipper alle voorzorgsmaatregelen moet nemen die door de algemene plicht tot waakzaamheid en door goede zeemanschap worden gevorderd. Zo moet onder meer worden voorkomen dat schade wordt veroorzaakt aan andere schepen of aan drijvende voorwerpen, aan oevers of aan werken en inrichtingen die zich in de vaarweg of op de oevers daarvan bevinden. In artikel 1.06 van het RPR valt ook nog eens te lezen dat de lengte, de breedte, de hoogte boven water, de diepgang en de snelheid van een schip of een samenstel verenigbaar moet zijn met de karakteristiek en de afmetingen van de vaarweg en van de kunstwerken.
Enthousiast
Het gebruik van de CoVadem vaardieptekaarten kan bijdragen aan de plicht tot waakzaamheid zoals genoemd in het RPR. En dat ziet ook de binnenvaart. Nu het erop lijkt dat de binnenvaart steeds vaker te maken krijgt met laag water, krijgt CoVadem steeds meer aanvragen. Ook trekt het lage water de schippers en rederijen nu echt over de streep. Ze reageren enthousiast. Zoals Johann Junger van Nesselande Shipping. ‘Net voorbij Nijmegen gevaren. Het is een fantastisch hulpmiddel. Ik kan niet anders zeggen. Ook interessant om te zien dat sommige collega’s denken dat ze varen waar het meeste water staat, maar daadwerkelijk over een ondiepte crossen.’
‘Erg simpel’
Ook kapitein Jan Tensen van het mps Amasiena wil de vaardieptekaarten van CoVadem na een paar dagen gebruik al niet meer missen. Hoewel Tensen na 55 jaar varen vrijwel elke ondiepte op de Rijn wel weet te zitten, geeft CoVadem hem met het huidige lage water toch meer zekerheid. ‘Je ziet op de elektronische kaart exact waar de ondiepe plekken beginnen en ophouden. Het is echt heel erg simpel. Je kan de droge plekken op de rivier goed zien. Kleurt de vaarweg wit, dan is er niets aan de hand. Bij blauw moet je beginnen op te letten en bij donkerblauw is het heel erg goed oppassen. Je ziet dus goed waar genoeg water staat en hoe je om de droge plekken kan varen. En dat is met het lage water van nu heel prettig.’