Kapiteins Chemgas werken graag met CoVadem
Chemgas was een van de eerste rederijen die meededen met CoVadem. De rederij zet de schepen in om te meten, de kapiteins ontvangen vervolgens de gegevens over de diepgang. Dit tot volle tevredenheid. ‘Het is mooie techniek en het werkt prima.’
‘Je weet beter waar de diepe gedeeltes op de rivier zitten. En dat wordt steeds belangrijker. Nieuwe schepen gaan steeds sneller en hebben zo’n grote schroef dat er veel water nodig is. Met CoVadem zoek ik daarvoor de diepste stukken op de rivier op.’ Aan het woord is kapitein Bert van der Plas. Hij vaart op een van de gastankers van Chemgas. Vooral in het ARA-gebied en op de Rijn. Hij gebruikt zowel het dashboard als de elektronische waterdieptekaart en werkt al vanaf het begin met CoVadem. ‘Het was in de tijd dat we op de rivier te maken hadden met laagwater. Ik heb er toen flink gebruik van gemaakt. Nu is dat wat minder. Een gastanker heeft vanwege het lage soortelijk gewicht van gas al een geringere diepgang ten opzichte van general cargo of een minerale tanker. Als ik nu de diepgang instel, gebeurt er niet zo heel veel.’
‘Fijn dat het er is’
Desondanks is Van der Plas ook in deze tijd blij met de informatie van CoVadem. ‘CoVadem staat mij altijd bij. Het geeft aan waar de rivier het diepste is en waar ik het beste kan varen. En dat is leuk om te zien. Je bent echt met je reis bezig. Ik vergelijk het soms met de cruisecontrol op een auto. Het is heel erg fijn dat je dat in je auto hebt. Het is aanwezig, dus waarom zou je er geen gebruik van maken? Hetzelfde geldt voor de CoVadem waterdieptekaart.’
Of de binnenvaart ook dieper kan gaan afladen met CoVadem, vraagt Van der Plas zich af ‘Je ziet op de rivier toch dat grindbanken verschuiven, dus het is ook belangrijk om je aan de adviezen van de autoriteiten te houden. Maar het zijn uiteindelijk allemaal maar hulpmiddelen. Je moet zelf goed blijven opletten en snel kunnen anticiperen.’
Niet verrast
Arie Vink vaart al vanaf 1983 bij Chemgas. Hij is kapitein-scheepsmanager van de duwboot Thera. ‘Toen ik begon met varen hadden we bijna niets. We hadden alleen radar, en we kregen net daglichtschermen. Hoefden we de stuurhut niet meer helemaal te blinderen om iets te kunnen zien op het scherm. Sinds 2001 varen we met Tresco en daar is dus als laatste de CoVadem waterdieptekaarten aan toegevoegd. Ik ben er erg blij mee. Als je alle gegevens hebt ingevoerd, geeft het systeem keurig netjes de geul aan. Het werkt dus goed. Vooral bij laagwater. Want wij varen soms met maar tien centimeter water onder het schip. Dan is het fijn als je niet wordt verrast. Ik vind het ook leuk om te zien dat het klopt met mijn parate kennis. Maar ondanks mijn ervaring verhoogt CoVadem ook de veiligheid. Want er kan bijvoorbeeld maar zo iets veranderd zijn op de Boven-Rijn als ik er een tijd niet ben geweest. Soms ontstaat er een tijdelijke ondiepte. Bijvoorbeeld als ergens een schip heeft vastgezeten. Dan ben ik erg met CoVadem geholpen.’
Jeugd
Met zijn jarenlange ervaring komt Vink dus zelden voor een verrassing te staan. Hij ziet wel een belangrijke rol voor CoVadem weggelegd voor de jeugd aan boord. ‘Het is een probleem om ervaren personeel aan boord te krijgen. En vaak voelen de jongeren zich nog niet honderd procent zeker in hun rol aan boord. CoVadem is dan een waardevol hulpmiddel voor de jeugd in opleiding en startende schippers. Het systeem geeft goed aan waar de ondieptes zitten.’
Vink bevestigt ook de constatering dat het voor grotere schepen steeds belangrijker wordt het diepere water op te zoeken. ‘De vermogens worden steeds groter. Wij hebben op de Thera twee schroeven van elk 1.000 pk. Die hebben veel water nodig. Je ziet echt de snelheid oplopen als de schroeven meer water krijgen. Daarvoor moet je de diepere delen op de rivier opzoeken. En dat doet Covadem goed.’